Categorieën
Nieuws

Verloedering en handhaving

Verloedering en handhaving

Wie ooit eens een auto gekocht heeft, weet er van mee te praten; het eerste deukje of krasje doet het meeste pijn. Ik vermoed dat dit een tamelijk algemeen menselijk gegeven is. Na dat eerste smetje lopen de gevoelens naar mijn inschatting al snel uiteen. Pietje Precies heeft daarna weer even veel pijn aan het tweede en derde krasje. Sloddervossen als ik denken bij het tweede: ‘nou ja, er zat er toch al krasje op.’

Ik wil nog eens terugkomen op die zesjescultuur die voor ons gemeentebestuur min of meer de standaard geworden is voor het onderhoud van buurten, straten en plantsoenen. De beleidsstrategie is uit de nood geboren; gebrek aan middelen.  Wat ons bestuur daarbij over het hoofd gezien heeft of voor lief genomen, is dat het daarmee de lat te laag legt. Niet alleen voor zichzelf maar meer nog voor ons als burgers.  Als er ergens rommel rondslingert, wordt dat heel snel de standaard voor ons gedrag; het is een onbewust signaal dat je je rommel net zo goed naast als in de prullenbak kunt gooien. Dat geldt voor volwassenen en nog meer voor de jeugd. Een zesjescultuur is de aanzet tot een vijfjes-, viertjes-, enzovoortcultuur en dat is onze stad en onze wijken aan te zien. Verslonzing leidt tot verloedering en verloedering leidt tot meer verloedering. Bezuiniging op het onderhoud is wat de Engelsen ‘penny wise pound foolish’ noemen; als je op de penning bezuinigt, loop je het risico een kapitaal over de balk te gooien.

Op de achtergrond galmt er nog een ander Graafs euvel mee; dat van de handhaving. De ideale situatie is, dat we ons met ons allen verantwoordelijk weten voor hoe ons stadje en onze wijk er uit zien. Dat zou je als overheid kunnen afdwingen en dan zou je op iedere spreekwoordelijke straathoek een agent of BOA moeten neerzetten. Als je betreffende dames en heren hun werk laat doen in een omgeving waar de zesjescultuur heerst, zet dat echter totaal geen zoden aan de dijk en kan hun werk alleen maar frustraties opleveren. Ten dele lijkt dat ook weer op het dagelijks leven in Grave.

Wat onze overheid over het hoofd gezien heeft, is dat het schoonhouden van wijken en straten, wil het echt werken, een zaak is van de bewoners. Daarvoor is nodig dat zij gemotiveerd zijn om deze verantwoordelijkheid ook echt te nemen en dat ze ervan overtuigd zijn of worden dat het zin heeft om die op zich te nemen. In een verloederde situatie is dat godsonmogelijk, omdat die situatie nu eenmaal uitstraalt dat het geen zin heeft je er druk over te maken. Handhavers kunnen er weinig uitrichten, omdat de ‘tegenargumenten’ op straat voor het grijpen liggen. Zodoende komt het van kwaad tot erger en dat hebben we allemaal ook zien gebeuren.

‘Handhaven’, of het nu door wijkagenten of BOA’s gebeurt, of uiteindelijk door de betrokken bewoners zelf, vooronderstelt een echte ‘samenleving’, mensen die samen verantwoordelijkheid willen nemen. Soms gebeurt dat van nature en van onderop maar vaker moet de overheid daar de voorwaarden voor scheppen of aanreiken. Samenleven is immers beseffen dat je bij elkaar hoort en samen vorm geeft aan het gedeelde leven. Een eerste vereiste is dat bewoners ook werkelijk beseffen dat hun straat hun straat is en hun wijk hun wijk. Dat er dus een klimaat ontstaat waarin mensen elkaar kunnen inspireren, kunnen aanspreken op wat ze delen en samen trots zijn op wie ze zijn en wat ze hebben.

Ik heb het idee dat onze stedenbouwers en bestuurders hier te weinig bij stilstaan. Dat zie je in Grave bijvoorbeeld ook doordat ons stadsbestuur het vertikt om haar wijk- en dorpsraden serieus te nemen, laat staan dat het ze stimuleert en middelen biedt om hier een taak te zien liggen. Dan kun je dat wel heel ‘modern’ willen oplossen met iDops en wat dies meer zij maar die gaan dan per saldo eigenlijk vooral over heel veel wissewasjes zonder structuur en creëren alleen maar papieren werkelijkheden die nooit in de samenleving kunnen indalen.

Wil Grave, willen haar wijken weer mooie, leefbare, aantrekkelijke woonplekken worden, dan zal er iets gedaan moeten worden aan onze mentaliteit. Een situatie waarin iedereen loopt te kankeren over de rommel om zich heen, kan alleen maar leiden tot meer rommel en meer verloedering. Het is heel tegenstrijdig dat de doorsnee Gravenaar als een pauw zo trots is op zijn stad maar het kennelijk verleerd is om daaruit ook een taak of opdracht te destilleren om het mooi te houden. Zo bezien hebben dan wel weer echt de overheid die we verdienen, een overheid die bijvoorbeeld geen poot uitsteekt naar de verkrotting in de Hamstraat, die ze in een halve eeuw heeft zien (doen) ontstaan en verergeren. Een overheid die niet lijkt te (willen) beseffen dat verloedering van alles en nog wat aantrekt maar geen bedrijven. ’t Wisseveld is hier een teken aan de wand en een uithangbord voor een falende overheid. De Bons is op weg dat te worden als onze overheid het ook vertikt om daar haar verantwoordelijkheid te nemen.

Onze overheid lijkt überhaupt te vergeten dat ze er is voor mensen. Haar relatie tot ons is slecht; zo slecht dat je bijna moet zeggen dat ze ontbreekt. Ze lijkt ook nauwelijks voeling met ons te hebben. Ideeën vanuit de bevolking zijn bijvoorbeeld vrijwel kansloos, omdat onze bestuurders het idee fixe hebben dat we hen ermee voor hun voeten lopen. Als ik dat vaststel, kan ik overigens niet loochenen dat het dat is wat we er allemaal samen van hebben gemaakt. Door niet hard genoeg te zijn voor onze bestuurders en vooral door niet hard genoeg te zijn voor onszelf. Hard in de zin van zakelijk; voor wat hoort wat…

Ik trek een paar heel voorlopige conclusies. In een situatie als de onze, dat onze woonomgeving ernstig verloedert, is het van het grootste belang dat de vicieuze cirkel van verwaarlozing en verloedering doorbroken wordt. Dat kan onze gemeente moeilijk alleen voor elkaar krijgen; dus zal ze daar de burgers bij nodig hebben. Dat betekent vervolgens dat wij burgers weer gezien worden als partners en niet als lastposten… Of zo’n proces kans van slagen heeft, hangt af van het vermogen van onze overheid om zichzelf als het ware aan de haren uit het moeras te trekken en hetzelfde moet je in feite vaststellen voor ons, ieder voor zich en allemaal samen.

In mijn optiek zou dit een heel concrete aanleiding kunnen zijn voor wijk- en dorpsraden om via zo’n uiterst tastbaar project zichzelf weer op de kaart te zetten als volksvertegenwoordigers in de wijken en is dat een gerede mogelijkheid om zich weer meer relevantie te geven, echte redenen van bestaan. Al die iDops zijn in mijn ogen doekjes voor het bloeden, omdat ze er niet zijn om de bevolking bewust te maken en te mobiliseren. Het komt aan op de mensen; zo gauw die trots zijn op hun wijken, willen ze die trots graag delen en oppoetsen. Democratie komt van onder af; van boven af is er vrijwel zeker sprake van bedilzucht en wordt het in ieder geval zo gevoeld.

‘Voor God en in De Graaf is alles mogelijk’. Werk aan de winkel zou ik zeggen. Democratie is immers vooral een kwestie van doen, samen doen. Vooreerst is het van belang dat de boodschap opgepakt wordt, bijvoorbeeld voor de verkiezingen van volgend voorjaar. Hebben we mooi een winter de tijd om samen met onze gemeente plannen te maken voor onze ‘prachtwijken’.  Bovendien hebben we door zo’n concreet project dan ook meteen het idee dat politiek wel degelijk over ons gaat. Zou een zeer welkome kentering zijn in de malaise waarin we samen geraakt zijn; onze eigen locale crisis.

Echte bestuurders hoor je soms bidden om een goede crisis; als ze daar in Grave ook om verlegen zitten, hebben ze haar hiermee op een presenteerblaadje. Zonder adviesbureau. Mijn tarief is € 0,00. Vadertje staat houdt me in leven. De crisis van onze woonomgeving.

Ben Bongaards

Categorieën
Nieuws

Kogelstralen en lichtmasten

 

Kogelstralen

Na veel klachten, glijpartijen en eigen slechte ervaringen deed de Wijkraad Binnenstad een rondje door de stad om in kaart te brengen hoeveel ‘gladde’ tegels zich in het winkelcarré bevinden, waar ze liggen en om hoeveel m²  het gaat. Samen met deze gegevens dienden wij een verzoek in bij de gemeente om deze tegels te laten ‘kogelstralen’. Deze week deelde het stadhuis ons mee dat (na goedkeuring van het voorstel door het college) men gaat starten met een proef om de tegels aan de linkerzijde van de Klinkerstraat te kogelstralen. Het gaat om de tegels vóór de winkelpanden aan de kant van het oude postkantoor. Kogelstralen is een proces waarbij het oppervlak van de tegels wordt opgeruwd door er met grote kracht kleine kogeltjes over te laten rollen. De proef dient onder andere om te bekijken hoe het effect zal zijn in het straatbeeld aldus de gemeente.

Schilderwerk – In het kader van het normaal onderhoud worden o.a. ook de lichtmasten in de binnenstad geschilderd. Dit om ze te beschermen tegen de invloeden van het weer etc. Het schilderen van de lichtmasten in binnenstad en lichtmasten uit het vorige herverlichtingsplan, gaat plaatsvinden vanaf week 40 en verder. Op de vrijdagen zullen geen werkzaamheden worden verricht in de binnenstad i.v.m. de weekmarkt. De startdatum is bekend, maar in welke straten wordt begonnen nog niet.

(foto De Gelderlander)

Daarnaast worden de leuningen van het bruggetje in de oude haven binnenkort geschilderd. Indien nodig worden aanwonenden /winkeliers tevoren door de gemeente op de hoogte gebracht van de geplande werkzaamheden.

Categorieën
Nieuws

Weekmarkt terug!

Weekmarkt terug in oude centrum Grave – Van meet af aan was duidelijk dat door inwoners en ondernemers van de gemeente Grave een herplaatsing van de weekmarkt op de Markt in het oude centrum van Grave gewenst is. Een later gehouden enquête bevestigde dit dan ook. Aan alle betrokken marktkooplieden is ook hun mening gevraagd. Een ontwerp maken voor een groot aantal kramen in de krappe ruimte van de Hoofschestraat, Hoofdwagt en Markt, rekening houdend met alle wensen en de bereikbaarheid zoveel mogelijk behouden van de winkelpanden is een flinke klus. De binnenstad biedt eigenlijk maar heel weinig ruimte voor een weekmarkt. Daarbij is ook van groot belang of de Horeca zichtbaar kan blijven en allen hun terrassen op de Markt kunnen handhaven. Op de tekening is te zien dat dit gedeeltelijk gelukt is. Er moet namelijk niet alleen een plaats voor de kramen worden gevonden maar ook voor alle vervoer- en voorraadvoertuigen naast en achter de kramen. We nemen aan dat met de horecaondernemers nog gesproken wordt over het concept en dat een goede oplossing voor hen wordt gevonden voor de uren van de opbouw donderdagmiddag tot het afbreken op vrijdagmiddag. De herinrichting van de omgeving van Hart van Grave dient ook eerst afgerond te worden voor we de weekmarkt er een plaats kunnen geven. Werkzaamheden aan de riolering zijn daar een onderdeel van en waarschijnlijk zal dit rond november/december 2013 gereed zijn. Wij verwachten de weekmarkt hier terug in het nieuwe jaar. De concepttekening voor de herplaatsing van de weekmarkt vindt u HIER.

Categorieën
Nieuws

Houden we het nog droog in Grave

Door sommige gebeurtenissen –het dreigende vertrek van een groot deel van onze Graafse Brandweer– (zie artikel hierna!) houden we de ogen niet meer droog in Grave. Andere zaken zijn gericht op het houden van droge voeten; Om ervoor te zorgen dat wij in Grave bij hoog water droge voeten houden worden alle uitlopen/doorgangen van de zgn. ‘kunstwerken’ jaarlijks gecontroleerd. Zijn ze nog goed  doorgankelijk, sluiten/openen alle deuren goed, dat controleert het Waterschap Aa en Maas jaarlijks bij elk kunstwerk. Men noemt een sluis of stuw (bij Grave bijvoorbeeld), een water- of dijkdoorloop of het gemaal van Sasse enz. een kunstwerk. Alle door de mens gemaakte voorzieningen in/aan het water dus. Donderdagmorgen om 8 uur was de ploeg van Aa en Maas aangekomen onder de brug Elisabethstraat/oude haven in Grave. Een duiker was druk bezig alles te controleren onder water, de deuren werden gecontroleerd op openen en sluiten enz. Op  verzoek van de Wijkraad Binnenstad wilde de duiker wel even zijn hoofd boven water laten zien. Op de vraag wat men zoal heeft gevonden zei een Aa en Maas medewerker; “de laatste dagen vonden we op een bepaald traject bijvoorbeeld zo’n 6 kluisjes maar er zijn ook dagen dat we talloze fietsen, scooters, omgekatte auto’s  etc. vinden”. De kluisjes waren opengebroken en leeg overigens. Waarschijnlijk allemaal resten van de buit van criminele activiteiten. Onze samenleving wordt dan ook nog opgezadeld met de kosten van het verwijderen ervan. Maar een mooi plaatje levert het wel op en we kunnen weer wat geruster zijn op een (tamelijk) droge kelder bij hoog water straks in de binnenstad. Het Waterschap Aa en Maas werkt intussen ook hard aan het project Gemaal van Sasse. (Lees ook het artikel over de Brandweer van Grave.)

Categorieën
Nieuws

Brandalarm! Brandalarm?

Voorwoord; Ons (de Wijkraad Binnenstad) bereikte het bericht dat onze brandweerkazerne uitgekleed wordt. De plannen zijn namelijk om 2 van de 3 brandweerwagens naar Ravenstein te laten vertrekken. U begrijpt dat wij ons ernstige zorgen maken om onze veiligheid in de compacte binnenstad en dat wij het college en de gemeenteraad vragen zullen stellen. Onderstaande bijdrage van Ben Bongaards vertelt u uitgebreider wat er gaande is. Reageert u vooral.

Brandalarm! Brandalarm?     –  Ben Bongaards

Er zijn allerlei processen gaande om de samenwerking tussen gemeenten te bevorderen en te organiseren. Tegelijk zijn onze overheden op allerlei  niveaus bezig met het herschikken van overheidstaken. Alles bij elkaar levert dat een ontstellend ingewikkeld kwartetspel op waarbij de burger, toch eigenlijk degene om wie het allemaal te doen zou moeten zijn, toeschouwer is geworden. Als hij dat al is en als hij dat al wil zijn. De  kwartetters laten de kiezer links of rechts liggen. Burgers en hun belangen vormen de spelkaarten maar onze bestuurders zien ze eigenlijk alleen maar als de handjes van de applausmachine. Er wordt aanhoudend applaus uitgelokt voor het mooie van wetten en maatregelen terwijl de schaduwkanten en de haken en ogen buiten beeld gehouden worden.

Bij al het kwartetten heet het te gaan om verbeteringen, vaak gemotiveerd vanuit  de dienst aan de burger. Maar het is wel een teken aan de wand dat, wanneer de portemonnee slinkt, de beweging naar de lagere overheden wordt gemaakt, en de tegenovergestelde beweging, wanneer onze overheid in ruimere mate de beurs kan trekken. Dan zien we de centrale overheid, soms terecht,soms minder, verantwoordelijkheid naar zich toe trekken.

Het wordt tijd om u te laten weten waar ik heen wil. De landelijke overheid is druk doende met de herschikking van veiligheidstaken. De rampen die zich de laatste jaren hebben voorgedaan, in Moerdijk bijvoorbeeld, hebben zich erg weinig aangetrokken van de wijze waarop zij bijvoorbeeld de rampenbestrijding heeft georganiseerd. We beschikken over een veiligheidssysteem waarmee we op papier alles aardig keurig voor elkaar hebben maar het leven blijkt ook hier vaak sterker dan de leer. Het veiligheidsbewustzijn van ons burgers is laag, omdat rampen en ongelukken nu eenmaal altijd bij (verre) buren gebeuren en omdat onze overheid in de kern precies op hetzelfde bewustzijnsniveau functioneert. Het is het slepende en slapende been van menige overheid dat het goede vaak de vijand is van het betere, mede omdat veiligheid en preventie afgewogen moeten worden tegen economische belangen en daarom soms lastig verkoopbaar zijn. In alle perikelen rond het Hart van Grave speelt dat bijvoorbeeld ook; een gemeente die de hand licht met haar taak om onze veiligheid te organiseren en af te dwingen. Die dat kan omdat we in een wereld leven waarin andere, heel zichtbare, zaken veel belangrijker gevonden worden. Als dan (met of zonder opzet)  bovendien onder een hoedje gespeeld wordt/moet worden met een bouwer die ‘belangrijkere’ zaken aan zijn hoofd heeft en  een opdrachtgever die alles (terecht) liever gisteren dan vandaag geregeld heeft, kan dat zomaar leiden tot een situatie waarin regels en afspraken buiten beeld raken. Je kunt als overheid nog zo’n geniaal sluitend rampenplan hebben; als de ramp geen rekening wil houden met de lamlendigheid waarmee je de veiligheid in de praktijk regelt, wordt het daarmee apekool. Bij onderzoeken van de Onderzoeksraad van de Veiligheid (voorheen Pieter van Vollenhoven; nu Tjibbe Joustra) is dat ook steevast een van de vastgestelde tekortkomingen; het veiligheidsbewustzijn van overheden en burgers is beneden de maat.

Toch heeft wat ik schrijf ook iets van een drogreden. Dat de overheid dit soort zaken laat versloffen, gebeurt onder onze ogen. En als het niet onder onze ogen gebeurt, komt dat omdat wij ze gesloten houden of graag de andere kant opkijken. Hoe je het wendt of keert, het gaat altijd over ons. Of het ook wordt uitgevoerd zoals wij (zouden moeten) willen, hangt zodoende ook van ons zelf af. Al kun je er ook niet naast kijken dat onze overheden graag een heel subiel spel spelen met wat we willen, dan hoort daar toch vanzelfsprekend bij dat we ons erg simpel laten manipuleren.

Onze overheid is dus druk doende de veiligheid van ons land en zijn bewoners anders te organiseren. De structuur van de politie wordt gecentraliseerd, evenals het netwerk voor de veiligheid. Voor Grave gaat het dan onder andere over de brandweer en de aansturing daarvan. Vanuit de specifieke situatie zou het de moeite waard zijn, idealiter dat we daar als burgers bij betrokken zouden zijn geweest of op z’n minst dat we zouden weten hoe onze veiligheid nu is of wordt geregeld. Al was het alleen maar omdat wij als Gravenaren altijd de brandweer bekostigd hebben vanuit ons belastinggeld en het dus een voorziening was/is die ‘van ons’ is.

Waar we mee zitten in Grave? Een oude binnenstad die deels is opgebouwd met brandbare materialen. Huizen dicht bij elkaar. Nauwelijks echte hoogbouw maar wel bouwwerken in het schemergebied tussen hoog- en laagbouw. En lastig bereikbare plekken. Je kunt er van uitgaan dat de uitrusting van onze brandweer uitstekend afgestemd was op de gemeente die we zijn, verhoudingsgewijs uitgestrekt met centraal onze oude veste. De kazerne dichtbij met drie wagens die klaarstonden om uit te rukken. Snelheid speelt daarbij een grote rol en we mogen ervan uitgaan dat Grave dit goed berekend had. De brandweer is traditioneel heel zichtbaar aanwezig in onze gemeente en heeft de naam alert en kundig te zijn. Het was te zien dat zij de lat voor haar functioneren hoog legde. Het bestuur en de gemeentenaren zagen daarop toe en voor het korps was het een erezaak.

Nu zien we onze kazerne min of meer afgestoten worden en zien we twee van de drie wagens naar Ravenstein vertrekken. Dat past bij de plannen van Den Haag en zal ook wel strak passen in de cirkels die daar getrokken zijn voor de dienst- en hulpverlening (aanrijtijden). Of het voor Grave een vooruitgang is? Hoeveel ons Gravenaren  gevraagd is voor en bij de omschakeling? Daar hebben we weinig of niets over gehoord. Regionaal noch lokaal lijkt er veel communicatie met de burgers geweest te zijn, laat staan dat ons (echt) iets gevraagd is. Hoe het ook zij, het doet pijn. Vooral omdat het over onze veiligheid gaat.

Ook een ander facet zou wat mij betreft best wat helderheid mogen krijgen. Voor Grave is de brandweer traditioneel een belangrijke en kostbare voorziening geweest waar wij met z’n allen flink wat in geïnvesteerd hebben. Is al ons materieel in de grote pot terecht gekomen?  Is daarbij de relatief hoge investering van Grave verrekend met het gemiddelde? Waarom weten we hier eigenlijk niets van? Speelt dat in alle gemeentes of alleen bij ons? Idem onze kazerne. Zou een ideaal jeugdhonk zijn, compleet met een overdekte hangplek maar daarvoor is zij niet gebouwd en afgaande op de geluiden van de wandelgangen en de ‘liegbenkskes’ wordt er door deze en gene in een heel andere richting gedacht. Wat gebeurt er met deze, onze, investering?

Ik zou wel eens op een rijtje willen zien hoe onze gemeente al haar zaken met betrekking tot onze veiligheid en onze brandweer geregeld heeft. Of ze haar zaken proactief en zo gunstig mogelijk voor ons heeft geregeld? Of ze haar bruidschat tegen voldoende waarde in de samenwerking heeft ingebracht. Bijna het allerlaatste waar je bij onze gemeente vanuit lijk te kunnen gaan, is, dat het wel snor zal zitten. Daarom stel ik de vraag expliciet, hopelijk in koor met heel veel medeburgers. We zijn dan wel nonchalant over onze veiligheid, we weten dat onze overheid dat in wezen ook is, als we haar niet heel indringend op de vingers kijken. Hoe is het straks gesteld met onze veiligheid, gemeente? Hoe veiliger of minder veilig zijn we er op geworden? Hebt u hier überhaupt een idee van? En als belastingbetaler zouden we graag willen weten hoe onze bezittingen zijn overgedragen en wat de kosten en de baten zijn, materieel en vanuit de veiligheid. Afgaande op de landelijke overheid zouden we er van uit moeten kunnen gaan dat we er veiliger op geworden zijn. Ik zou dat graag wat uitgelegd en voorgerekend willen zien. – Ben Bongaards